Home > Nieuws > Robotjournalisten maken hun intrede op redacties, maar niet zonder menselijke collega’s
Delen met:
LinkedIn
Twitter
WhatsApp
Email
Print

Robotjournalisten maken hun intrede op redacties, maar niet zonder menselijke collega’s

AI in cultuur sector
In een serie reportages en interviews laten we in samenwerking met Innovation Origins zien wat de gemiddelde Nederlander merkt van artificiële intelligentie (AI). Hoe houden we als mens de vingers aan de knoppen? De angsten, de kansen en de dilemma’s komen aan bod. Want zoals de hersenen nog steeds het meest ongrijpbare deel van ons lichaam zijn, zo is AI nog altijd het onontdekte land. Dat onze hersenen ons lichaam aansturen, hebben we als mens wel geaccepteerd. Dat geldt niet voor de manier waarop AI stap voor stap de regie over onze samenleving overneemt. Daar voeren we graag nog een paar stevige debatten over. Dit artikel gaat in op AI in Media.

Veel mensen beginnen de dag met de krant of een nieuwsapp. Bij anderen zit het nieuwsmoment op een ander moment van de dag. Het grootste gedeelte van de Nederlanders, 84 procent, leest of kijkt minimaal één keer per dag nieuws, zo blijkt uit de Mediamonitor van 2019. Wat als een deel van het  nieuws door robots is geschreven? Robotjournalisten zijn in opmars en dat heeft voor- en nadelen. Aan de ene kant kan het nieuws veel meer gepersonaliseerd worden. Dat biedt kansen om mensen nog beter te bedienen. Maar het kan er ook voor zorgen dat mensen in een zogenaamde filterbubbel belanden. Zij lezen of zien dan alleen nog het nieuws dat ‘in hun straatje past’.

Voor iedereen
Er wordt volop geëxperimenteerd met robotjournalisten. Dat zijn algoritmen die razendsnel nieuwsberichten kunnen schrijven. Vooral in Amerika worden dergelijke systemen al regelmatig ingezet op redacties. Ook in Nederland bekijken redacties de mogelijkheden. Zo gebruikte de NOS tijdens de afgelopen provinciale statenverkiezingen een robot die over de uitslag in elke gemeente een nieuwsbericht schreef. “We kunnen normaal gesproken nooit voor iedere gemeente een artikel schrijven. Dan kiezen we alleen de grote en opvallende gemeenten”, vertelt José de Vries, Product innovation manager bij NOS Lab.

De publieke omroep wilde met deze robot kijken of er behoefte is aan dergelijke nieuwsvoorziening. “Dat bleek het geval, elke gemeente is opgezocht”, vertelt De Vries. “Mensen willen toch graag het nieuws in hun eigen gemeente en die van vrienden en familie weten.”

Templates
De verkiezingsrobot van de NOS werkte – net als de meeste andere robotjournalisten – op basis van een template. Dit is een door mensen opgezette tekst met variabelen erin. Hier kunnen cijfers ingevuld worden, zoals bijvoorbeeld de verkiezingsuitslagen, sportuitslagen, het weer of cijfers vanuit het bedrijfsleven. Tijdens de verkiezingen kunnen bijvoorbeeld partijnamen en gewonnen zetels worden ingevuld. Daarnaast kan de robot procentuele verschillen berekenen. Door hier een waarde aan te hangen, bijvoorbeeld ‘een klein verschil’, ‘verliezen fors’ of ‘een enorme zegen’, krijgt het artikel vorm.

Mensen onmisbaar
Ondanks het slimme en snelle systeem, waren menselijke journalisten volgens De Vries onmisbaar. “Tijdens de laatste provinciale statenverkiezingen nam Forum voor Democratie (FVD) voor het eerst deel aan de verkiezingen. FVD ging dus van nul naar een bepaald getal. Dat zorgde ervoor dat het systeem FVD overal als snelste stijger bestempelde. Dat gaf natuurlijk een vertekend beeld”, legt ze uit. Een journalist moet dan zorgen voor de duiding, bijvoorbeeld door uit te leggen dat het een nieuwe partij is.

Wij vroegen een aantal Nederlanders naar hun ideeën over robotjournalistiek. Zij zien robots over het algemeen als een goede aanvulling op de menselijke reactie, bijvoorbeeld voor artikelen op basis van cijfers. “Maar ik denk dat mensen altijd nodig blijven om verbanden te leggen geredeneerd vanuit een menselijk, empathisch brein”, wordt gezegd. Die kracht is ook een valkuil. “Mensen kunnen schrijven met gevoel en dat ook overbrengen. Dat kan heel goed zijn, maar het risico is dat de journalist zijn mening meeneemt in het artikel.”

Verschillen
Michiel Timmers, technology consultant bij Ernst & Young, deed tijdens zijn studie Business Information Management onderzoek naar het verschil in perceptie van lezers bij automatisch gegenereerde artikelen en artikelen geschreven door mensen. De ene helft van de respondenten kreeg een artikel van een robot te lezen en de andere helft een artikel van een mens. Wat bleek: lezers konden bij het lezen van één artikel het verschil tussen de robot en de menselijke schrijver niet zien. Pas bij het lezen van meerdere artikelen achter elkaar, kwamen verschillen naar boven. Vanwege het gebruikte template, zagen alle artikelen die door de robot waren geschreven er ongeveer hetzelfde uit. Dat viel de lezers op. Menselijke schrijvers hebben meer creativiteit en schrijven elk artikel op een andere manier.

Die menselijke creativiteit is volgens Timmers nodig om echt nieuwswaarde toe te voegen aan een artikel. “Lezers willen bij een voetbalwedstrijd niet alleen weten wat de eindstand is, zij willen ook weten hoe de wedstrijd verliep. Een mens kan in geuren en kleuren schrijven over spannende momenten en felle overtredingen, dat vinden lezers interessant”, legt hij uit op basis van de resultaten van zijn onderzoek.

Geloofwaardigheid
De respondenten vonden de artikelen van de robot wel geloofwaardig. “Lezers vinden consistentie prettig. Als we twintig keer op dezelfde manier informatie lezen, dan gaan we het vanzelf voor waarheid aannemen. Dat is precies wat bij de teksten gebeurd die door robots gemaakt zijn”, legt hij uit. Maar dat kan ook een valkuil zijn. “Media en bedrijven die dergelijke robots gebruiken, moeten zeker weten dat zij juiste en objectieve data invoeren. Anders gebruikt de robot verkeerde informatie.”

Zelflerend systeem
Naast de templates kan ook deep learning ingezet worden om artikelen te schrijven. Hierbij leert een algoritme van eerder geschreven teksten. Op basis daarvan maakt hij zelf een lopende tekst. Dit is een zelflerende technologie, media weten hierdoor nooit precies welke keuzes het systeem heeft gemaakt. Deze technologie is minder ver ontwikkeld en wordt daardoor ook nog minder gebruikt. Een paar maanden geleden lieten Alexander Klöpping en Ernst-Jan Pfauth hun wekelijkse podcast – een podcast over de media – door GTP-3 schrijven. Dit is een taalgenerator op basis van kunstmatige intelligentie die is ontwikkeld door OpenAI (het bedrijf dat door onder meer Elon Musk is opgericht).

De journalisten hadden het systeem GTP-3 de transcripties van eerdere afleveringen gegeven en op basis daarvan heeft het een nieuwe aflevering geschreven. Sommige delen waren bijna niet van echt te onderscheiden, maar er zat weinig samenhang tussen de passages. Daarnaast klopten sommige inhoudelijke zaken helemaal niet. Zo ging het bijvoorbeeld over een overgrootvader die astronaut zou zijn geweest. Die informatie is niet juist, alleen al omdat ruimtereizen nog niet zo lang mogelijk zijn.

Ondanks het feit dat het werk van GTP-3 niet vlekkeloos verliep, waren de journalisten ook positief. Na afloop zeiden ze dat het robotsysteem de interactie tussen hen en de grapjes die ze maken redelijk goed had overgenomen in de aflevering. De robot had dat geleerd op basis van de transcripties.

Bubbels
Door de opmars van robotjournalisten – in verschillende soorten en maten – is er in de toekomst nog meer informatie beschikbaar. “Mensen kunnen dan nieuws lezen dat helemaal toegespitst is op hun interesses, bijvoorbeeld hun eigen regio, werkgebied of hobby’s”, vertelt De Vries van de NOS. Het risico hiervan is dat mensen in een bubbel terecht komen waarin ze alleen maar informatie lezen die aansluit bij hun gedachtegoed. Een belangrijke taak van de journalistiek is juist om een onderwerp van verschillende kanten te belichten zodat lezers een eigen mening kunnen vormen en die gaandeweg ook kunnen bijstellen als ze dat willen.

Onvervangbaar
Een robot zou een deel van het werk van menselijke journalisten kunnen overnemen. Het gaat dan met name om simpele teksten op basis van gestructureerde data. Een menselijke schrijver kan daar dan vervolgens met creativiteit en inlevingsvermogen een compleet artikel van maken. Daarnaast zijn mensen ook nodig om te voldoen aan journalistieke basisprincipes zoals hoor en wederhoor. Een robot kan bijvoorbeeld nog geen interview afnemen zoals mensen dat doen. De Vries: “We moeten technologie gebruiken om meer en betere verhalen te maken. Het is een ondersteuning die heel veel meerwaarde kan hebben.” Timmers en De Vries zijn het erover eens: robots kunnen een goede aanvulling zijn, maar ze kunnen menselijke journalisten tot op heden niet vervangen.

Dit artikel is geschreven door Linda Bak en onderdeel van een serie door Innovation Origins in samenwerking met de NL AIC. De serie is bedoeld om het gesprek over AI te stimuleren, u bent van harte welkom bij vragen contact op te nemen met Edwin Borst.

Tags:

Meest recente berichten

Samen bouwen aan de digitale toekomst